Перевод: с нидерландского на английский

с английского на нидерландский

С английского на:
Нидерландский
С нидерландского на:
Все языки
Английский
Русский
Французский

van zeilen

Толкование Перевод

1 de zeilen van een windmolen

de zeilen van een windmolen

the sails of a windmill

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de zeilen van een windmolen
2 het reilen en zeilen van zijn vrienden

het reilen en zeilen van zijn vrienden

〈 manier waarop men leeft〉 his friends' fortunes; 〈 handelingen〉 his friends' doings

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het reilen en zeilen van zijn vrienden
3 wapperen

wapperen

1 [heen en weer waaien] 〈 haar, vlag〉 blow, fly, stream ⇒ 〈 van zeilen, vlag〉 flap, flutter

2 [met betrekking tot autowielen] shimmy

♦voorbeelden:

1 laten wapperen • fly, blow, stream, wave

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wapperen
4 zeil

zeil

1 [doek(en) aan de mast] sail

2 [vloerbedekking] floorcloth

3 [doek voor andere doeleinden] canvas ⇒ sailcloth, 〈 dekzeil〉 tarpaulin

♦voorbeelden:

1   met opgestoken zeilen • 〈 letterlijk〉 with hoisted sails; 〈 figuurlijk〉 keyed/wound up

     met opgestoken/opgestreken zeilen op iemand afkomen • 〈 figuurlijk〉 come marching up to someone

     met volle zeilen • under full sail

     alle zeilen bijzetten • employ full sail; 〈 figuurlijk〉 pull out all the stops

     de zeilen hijsen/strijken • hoist/lower the sails

     zeil minderen • take in sail; 〈 figuurlijk〉 keep/show a low profile

     veel zeil voeren • carry a lot of sail

     onder zeil gaan • set sail; 〈 figuurlijk〉 doze off

3   de zeilen van een windmolen • the sails of a windmill

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zeil
5 opsteken

opsteken

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [in kracht toenemen] rise, get up ⇒ 〈 plotseling〉 spring up

2 [scheepvaart] haul, come to

♦voorbeelden:

1   de wind steekt op • the wind is rising

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [omhoogbrengen] put up ⇒ hold up, raise

2 [hijsen] put up; hoist 〈 zeilen, vlag〉

3 [wijzer worden] learn ⇒ pick up 〈 ideeën, taal, gewoonte〉

4 [aansteken] light (up)

5 [met betrekking tot haar] gather/pin up

♦voorbeelden:

1   de handen opsteken • put/hold one's hands up

     een vinger opsteken • hold up/raise a finger; 〈 vermanend ook〉 wag one's finger (at someone)

     stemmen door het opsteken van handen • vote by a show of hands

2   een paraplu opsteken • put up an umbrella

     met opgestoken zeilen • 〈 letterlijk〉 with hoisted sails

3   zij hebben er niet veel van opgestoken • they have not taken much of it in

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opsteken
6 neerhalen

neerhalen

1 [naar beneden halen] take/pull down ⇒ lower

2 [omverhalen] pull/take/knock down ⇒ raze, 〈 tegenstander〉 bring down

3 [neerschieten] take/bring down

4 [bekritiseren] run down ⇒ disparage, 〈 in de ogen van iemand anders〉 lessen, 〈 in de ogen van iemand anders〉 cheapen, 〈 in de ogen van iemand anders〉 degrade

♦voorbeelden:

1 de vlag neerhalen • lower the flag

de zeilen neerhalen • strike the sails

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > neerhalen
7 slaan

slaan

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [via slagen pijn toebrengen] hit ⇒ strike, slap 〈 met vlakke hand〉, beat 〈 een pak slaag geven〉

2 [met enige kracht treffen] hit ⇒ strike, beat

3 [door slagen op, van de plaats, in een toestand brengen] beat (up)

4 [door slagen doen ontstaan] 〈zie voorbeelden 4〉

5 [door een zwaaiende beweging op, van de plaats, in een toestand brengen] strike ⇒ beat

6 [met betrekking tot het oog, de blik] turn

7 [met betrekking tot draden, stroken] plait ⇒ 〈 mat, mand ook〉 weave

8 [verslaan] beat

9 [lozen] drain ⇒ empty

10 [met betrekking tot spel] take ⇒ capture

♦voorbeelden:

1   iemand in elkaar slaan • beat someone up

     iemand in het gezicht slaan • slap someone's face 〈 ook figuurlijk〉

     met de koppen tegen elkaar slaan • bang their heads together

     〈 figuurlijk〉 hij is er niet (bij) vandaan/weg te slaan • wild horses couldn't drag him away

2   een spijker in de muur slaan • hammer a nail into the wall

     〈 figuurlijk〉 zich ergens doorheen slaan • pull through

     een paal in de grond slaan • drive a stake into the ground

3   olie slaan • strike oil

     een put slaan • sink a well, bore a well

4   een brug over een rivier slaan • build a bridge over a river

     geld slaan • mint coins

5   een fles rum achterover slaan • sink/tuck away a bottle of rum

     een mantel om iemand heen slaan • wrap a coat round someone

     de armen om de hals van iemand slaan • fling one's arms around someone's neck

     de armen/benen over elkaar slaan • fold one's arms, cross one's legs

6   acht slaan op • take heed/notice of something

7   touw/een knoop slaan • make rope; tie a knot

II 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [slaande beweging(en) maken] hit ⇒ beat, strike

2 [met betrekking tot hart, pols] beat

3 [door slagen geluid voortbrengen] strike

4 [door heen en weer bewegen geluid voortbrengen] bang ⇒ slam

5 [+ op] [betreffen] refer to

6 [begin maken met] 〈zie voorbeelden 6〉

7 [plotseling op een plaats/in een toestand komen] 〈zie voorbeelden 7〉

♦voorbeelden:

1   met de vleugels slaan • flap one's wings

     met de deur slaan • slam the door

     wild om zich heen slaan • lash out

     de golven slaan over het dek • the waves are breaking over the deck

     er maar op los slaan • hit wildly/blindly at someone

2   zijn hart ging sneller slaan • his heart beat faster

3   de klok slaat ieder kwartier • the clock strikes the quarters

4   de zeilen slaan tegen de mast • the sails are flapping against the mast

5   waar slaat dit nu weer op? • what is the meaning of this?

     dat slaat op mij • that is meant for/aimed at me

     dat slaat nergens op • that makes no sense at all

6   op de vlucht slaan • take to one's heels

7   overboord slaan • be washed overboard

     de vlam sloeg in de pan • the pan caught fire

     de rook slaat op je keel • the smoke gets you in the throat

     over de kop slaan • overturn

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > slaan
8 wind

wind

1 [luchtstroming] wind ⇒ 〈 bries〉 breeze, 〈 harde wind〉 gale

2 [scheet] wind

♦voorbeelden:

1   〈 formeel〉 wind en weder dienende • weather permitting

     bestand zijn tegen weer en wind • be wind and weatherproof

     geen zuchtje wind • not a breath of wind, dead calm

     een bijtende/veranderlijke wind • a biting/gusty wind

     een felle wind • a fierce wind

     een frisse wind • 〈 letterlijk〉 a cool wind; 〈 figuurlijk〉 the wind of change

     een harde/krachtige wind • a high/powerful wind

     zwakke/matige wind • light/moderate breeze

     de wind draaide naar het oosten • the wind veered round to the east

     de wind draait • the wind is changing/turning

     de wind gaat liggen • the wind is dropping

     de wind van voren krijgen • 〈 figuurlijk〉 get lectured at, have the book thrown at one

     de wind kwam van zee • the wind was blowing onshore

     maak niet zo'n wind met die deur • don't make such a draught with that door

     〈 figuurlijk〉 veel wind maken • make a lot of fuss

     iemand de wind uit de zeilen nemen • 〈 figuurlijk〉 steal a march on someone, take the wind out of someone's sails

     er staat niet veel wind • there's not much (of a) wind

     kijken uit welke hoek de wind waait • see which way the wind blows, play it by ear

     de wind zat in de goede hoek • the wind was from the right quarter

     wind achter/tegen • tail/head wind

     de wind mee hebben • have the wind behind one; 〈 figuurlijk〉 have everything going for one

     met de wind mee • with the wind

     wind tegen hebben • walk/sail against the wind, have a head wind; 〈 figuurlijk〉 sail against the wind/current

     〈 figuurlijk〉 een waarschuwing in de wind slaan • disregard a warning

     in de wind gaan • 〈 met betrekking tot beurs〉 sell short

     met alle winden (mee)waaien/draaien • trim one's sails (according) to the wind, swim with the tide

     tegen de wind in • against the wind, into the teeth of the wind

     〈 sport〉 uit de wind zetten/houden • shelter

     van de wind kan je niet leven • you can't live on air/nothing

     〈 figuurlijk〉 het gaat hem voor de wind • he's doing well/flying high

     er als de wind vandoor gaan • be off like a shot/(greased) lightning

2   winden laten • break wind

¶   de wind er onder hebben • put the fear of God into people

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wind
9 innemen

innemen

1 [met betrekking tot geneesmiddelen] take

2 [met betrekking tot een plaatsruimte] take (up) ⇒ occupy 〈ook post enz.〉

3 [veroveren] take ⇒ capture

4 [vertrouwen, genegenheid winnen] captivate ⇒ charm

5 [binnenhalen] bring/take in

6 [aan boord nemen] take on

7 [inkorten] take up 〈 korter〉 /in 〈 nauwer〉

8 [verzamelen] collect

♦voorbeelden:

1   iets tegen reisziekte innemen • take something for travel sickness

     〈 ironisch〉 hij is goed van innemen • he's fond of his food/drink

2   veel plaats innemen • take up/occupy a lot of room

     zijn plaats innemen • take one's seat

     een belangrijke plaats innemen • hold/occupy an important position; feature (conspicuously)

     〈 figuurlijk〉 een post gaan innemen • take up a post

     〈 figuurlijk〉 het standpunt innemen • take the view

4   iemand tegen zich innemen • antagonize someone

     iemand voor zich innemen • win someone's sympathy

5   de zeilen innemen • furl the sails

6   het schip moet brandstof/water innemen • the ship has to take in fuel/water

7   een jurk van voren/achteren innemen • take a dress in/up at the front/back

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > innemen
10 hangen

hangen

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang

2 [in neerwaartse richting afwijken] hang ⇒ 〈 slap hangen〉 sag, droop, 〈 bloemen ook〉 wilt

3 [met een bocht verlopen] sag

4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around

5 [tot straf opgehangen zijn] hang ⇒ be hanged

6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)

7 [zweven] hang

8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided

9 [verlangen] crave (for); cling (to) 〈 tradities〉; be (very) attached (to) 〈 persoon, ding〉

♦voorbeelden:

1   zijn haren hingen hem voor de ogen • his hair was hanging in his eyes

     de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)

     het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crooked

     zijn kamer hangt vol posters • his room is hung with posters

     〈 figuurlijk〉 uren aan de telefoon hangen • be (stuck) on the telephone for hours

     de sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nail

     aan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceiling

     aan het spit hangen • be on the spit

2   de hond liet zijn staart hangen • the dog hung his tail

3   het koord hangt slap • the rope is sagging/slack

     de teugels laten hangen • loosen/drop the reins

4   hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out ^Bat the pub/in bars every weekend

     hij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chair

     hang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboard

5   〈 figuurlijk〉 ik mag hangen als het niet waar is • I'll be hanged/damned if it isn't true

     〈 figuurlijk〉 tussen hangen en wurgen • between the devil and the deep blue sea

     met hangen en wurgen • by the skin of one's teeth

     daarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!

6   〈 figuurlijk〉 blijven hangen • linger/stay/hang (on); 〈 onvrijwillig〉 get hung up/stuck

     er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuck

     de naald blijft hangen • the needle is stuck

     〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son

     〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each other

     ze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nail

     zij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about him

     hij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his maths

7   ik zie de bui al hangen • I can see the storm clouds gathering

     de wolken hangen laag • the clouds are (hanging) low

8   de rechtbank voor welke de zaak hangt • the court before which the case is pending

     het hangt erom • it's up in the air

9   naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something

¶   hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jump

     hij hangt • he's lumbered/stuck (with it)

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [bevestigen] hang (up)

2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang

♦voorbeelden:

1   de was buiten hangen • hang out the washing (to dry)

     zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hangen
11 reilen

reilen

♦voorbeelden:

¶ het reilen en zeilen van zijn vrienden • 〈 manier waarop men leeft〉 his friends' fortunes; 〈 handelingen〉 his friends' doings

zoals het nu reilt en zeilt • as things are at the moment

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > reilen
12 ruim

ruim¹

〈 het〉

1 [scheepvaart] hold

2 [formeel] [luchtruim] firmament ⇒ sky

————————

ruim²

I 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉

1 [uitgestrekt] spacious ⇒ large

2 [veel ruimte biedend] spacious ⇒ roomy

3 [open, onbelemmerd] free

4 [veel kunnende bevatten; uitgebreid] large

5 [met tussenruimte, wijd] wide ⇒ roomy, loose

6 [meer dan voldoende] ample ⇒ liberal

7 [niet bekrompen] broad

♦voorbeelden:

1   het ruime sop • the deep blue sea

2   ruim wonen • live spaciously

3   ruim baan maken • make way

4   een ruim assortiment • a large assortment

     〈 figuurlijk〉 een ruime beurs • a deep purse

     〈 figuurlijk〉 een ruim geweten hebben • have an easy conscience

     in de ruimste zin • in the broadest sense

5   die jas zit ruim • that coat is loose-fitting

6   een ruime meerderheid • a big majority

     〈 figuurlijk〉 het ruim hebben, ruim kunnen leven • be well-off

7   een ruime opvatting • a broad view

     de wet ruim interpreteren • stretch/bend the law

     ruim van opvatting • broad-minded

II 〈 bijwoord〉

1 (rather) more than ⇒ something/well over

♦voorbeelden:

1   ruim de tijd hebben • have plenty of time

     ruim een uur • well over an hour

     dat is ruim voldoende • that is amply sufficient, that is plenty

III 〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 [met betrekking tot de wind] free

♦voorbeelden:

1   ruim zeilen • sail free

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ruim

См. также в других словарях:

Van Eyck — Mann mit rotem Turban (wahrscheinlich ein Selbstporträt), National Gallery London Die Arnolfini Hochzeit, National Gallery London … Deutsch Wikipedia
Jan van Eyck — Mann mit rotem Turban (wahrscheinlich ein Selbstporträt), National Gallery London … Deutsch Wikipedia
Wilhelmus van Nassouwe — Het Wilhelmus (Wilhelm von Nassau) ist die Nationalhymne der Niederlande. Ob sie die älteste Nationalhymne der Welt ist, ist umstritten, aber letztlich eine Frage der Definition. Der Text der japanischen Nationalhymne Kimi Ga Yo ist ein Gedicht… … Deutsch Wikipedia
Hendrik van Veldeke — Heinrich von Veldeke (* vor 1150; † zwischen 1190 und 1200; limburgisch: Heinric van Veldeke, niederländisch: Hendrik van Veldeke) ist in Deutschland zumeist als niederländisch deutscher Dichter des 12. Jahrhunderts bekannt und stammte aus einem… … Deutsch Wikipedia
Philippe van Eecke — (* 11. März 1971) ist Musikproduzent und Komponist. Der in Mannheim ansässige Produzent betreibt das „klangzeuger tonstudio ma“. Philippe van Eecke war in letzter Zeit durch seine Werke für Xavier Naidoo, Yvonne Catterfeld, Curse und andere sehr… … Deutsch Wikipedia
Lacrymosa — Wolfgang Amadeus Mozart (posthumes Porträt von Barbara Krafft) Das Requiem in d Moll (KV 626) aus dem Jahr 1791 ist Wolfgang Amadeus Mozarts letzte Komposition. Obwohl es nur zu etwa zwei Dritteln tatsächlich von Mozart stammt, ist es eines… … Deutsch Wikipedia
Mozart-Requiem — Wolfgang Amadeus Mozart (posthumes Porträt von Barbara Krafft) Das Requiem in d Moll (KV 626) aus dem Jahr 1791 ist Wolfgang Amadeus Mozarts letzte Komposition. Obwohl es nur zu etwa zwei Dritteln tatsächlich von Mozart stammt, ist es eines… … Deutsch Wikipedia
Mozart Requiem — Wolfgang Amadeus Mozart (posthumes Porträt von Barbara Krafft) Das Requiem in d Moll (KV 626) aus dem Jahr 1791 ist Wolfgang Amadeus Mozarts letzte Komposition. Obwohl es nur zu etwa zwei Dritteln tatsächlich von Mozart stammt, ist es eines… … Deutsch Wikipedia
Marlowe-Shakespeare-Theorie — Dieser Artikel oder Abschnitt bedarf einer Überarbeitung. Näheres ist auf der Diskussionsseite angegeben. Hilf mit, ihn zu verbessern, und entferne anschließend diese Markierung … Deutsch Wikipedia
Marlowe Theorie — Dieser Artikel oder Abschnitt bedarf einer Überarbeitung. Näheres ist auf der Diskussionsseite angegeben. Hilf mit, ihn zu verbessern, und entferne anschließend diese Markierung … Deutsch Wikipedia
Marlowianer — Dieser Artikel oder Abschnitt bedarf einer Überarbeitung. Näheres ist auf der Diskussionsseite angegeben. Hilf mit, ihn zu verbessern, und entferne anschließend diese Markierung … Deutsch Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

van zeilen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

van zeilen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: